Het schaduwstation 1 ligt voor de keerlus en bevat vijf opstelsporen en één doorrijspoor. Omdat de wissels voor de doorrijdende treinen het beste rechtuit staan is de bovenste van de zes sporen aangewezen als doorrijspoor. De overige vijf sporen kunnen treinen worden gestald van 2,30 tot 2,40 meter. Dit is ruim voldoende voor lange personen-en goederentreinen. Naast de zes sporen van het schaduwstation bevindt zich een extra spoor voor de pendeltreinen. Deze kunnen vier de wisselstraat terugrijden en vermijden de rit door de keerlus.
Aan het eind van het spoor voor pendeltreinen bevinden zichen nog vijf korte opstelsporen. Deze variëren in lengte van65 tot 80 cm en dienen voor het opstellen van korte treinstellen en locomotieven.
Komende uit hetschaduwstation en door de keerlus, rijden de treinen het korte paradebaanvak op en passeren de kleine halte Brauhofen-Süd. Dir station wordt alleen aangedaan door pendeltreinen en treinstellen vanuit station Brauhofen.

|